Computers, mobiele telefoons, wasmachines, scheerapparaten: elke dag weer zijn wel afhankelijk van elektriciteits. Is er een probleem, dan bellen we meteen onze elektriciens om het allemaal zo snel mogelijk opgelost te krijgen. Eigenlijk kunnen we een leven zonder elektriciteit niet meer voorstellen. Best bijzonder, want elektriciteit zoals wij het gebruiken is best een moderne uitvinding. Stroomdraden, de elektromotor en de elektrische lampen: Het is nog maar zo’n 150 jaar geleden dat dit allemaal werd uitgevonden. Tijd voor een blik op de geschiedenis van elektriciteit Egyptenaren onderzoeken de donders van de NijlAls natuurlijk verschijnsel heeft elektriciteit natuurlijk altijd al bestaan, alleen konden wij als mensen weinig met zoiets vreemds als bliksem. Van de oude Egyptenaren is al bekend dat zij geïnteresseerd waren in vissoorten die stroomstoten kunnen geven, zoals siddermeervallen. Deze werden door hen de ‘donders van de Nijl’ genoemd. Toch konden ze het bestaan van bliksem en elektro-vissen niet wetenschappelijk verklaren. Pas in de achttiende eeuw, de tijd van de verlichting, probeerden wetenschappers de natuurlijke elektriciteit te verklaren (denk aan de vlieger van Benjamin Franklin) en leerden zij langzaam hoe ze het zelf konden opwekken en gebruiken. De stroomversnelling aan het eind van de negentiende eeuwIn de tweede helft van de negentiende eeuw gingen de ontwikkelingen ineens in een stroomversnelling. Deze periode wordt ook wel de tweede industriële revolutie genoemd: omdat we door het werk van wetenschappers de werking van elektriciteit begrepen, konden we ook zelf dingen uitvinden die gebruik maken van elektriciteit. De gloeilamp, de elektromotor en de dynamo stammen uit deze tijd. Overheden begonnen aan het begin van de twintigste eeuw stroomnetwerken aan te leggen, waarmee ook de markt voor consumentenelektronica ontstond. Tegenwoordig zijn er in Nederland nog maar weinig huizen die geen stroom gebruiken, waardoor de elektricien nooit om extra werk verlegen zit.
|